Alles begon 13 jaar geleden. Toen besloot de biologische vader van mijn 3 kinderen, op te stappen.
Hij koos ervoor om een nieuw leven te beginnen op meer dan een uur rijden van de oorspronkelijke woning.
Het bezoekrecht, om de 2 weken een weekend, wordt niet correct nageleefd en de kinderen krijgen geen plaats in het nieuwe leven van hun vader.
Alimentatie voor de kinderen werd nooit vrijwillig betaald en moest via gerechtelijke procedures en het inschakelen van een deurwaarder worden gevorderd.
De leefomstandigheden bleken bovendien heel onhygiënisch te zijn (volgens verslag van de deurwaarder lagen er overal hondenuitwerpselen). De kinderen worden bovendien onverantwoord en buiten proporties gestraft (buiten in de regen staan gedurende uren, op een beplaste matras moeten slapen,…)
Als gevolg hiervan geven de kinderen aan niet meer op bezoek te willen gaan, (bij het ophalen moeten ze de hele autorit in de kofferbak zitten, want de stiefzussen nemen de achterbank al in).
In onderling akkoord staat de biologische vader zijn ouderrechten officieel af en wordt een procedure opgestart om de stiefvader als adoptievader te erkennen.
Grootmoeder (mijn moeder) speelt sinds het vertrek van de biologische vader een cruciale rol in het opvangen en opvoeden van de kinderen, vanwege mijn werk met onregelmatige uurroosters.
Oma woont immers alleen, heeft geen echte job en kan zich volledig ter beschikking stellen van de kinderen, dan ‘is ze ook niet alleen’.
Zodoende verblijven de kinderen er meer en meer, het wordt zowat hun tweede thuis.
Oorspronkelijk zag ik het als een win-win situatie, ik moest veel werken om de eindjes aan elkaar te knopen, de kinderen waren graag bij oma en zij genoot ervan, dus iedereen tevreden.
Ze werden ouder en vertoonden pubergedrag, hadden het moeilijk om de regels thuis en op school op te volgen. Bij oma werden er veel minder grenzen gesteld en wat thuis niet mocht kon daar wel (joints roken, liefjes laten slapen, van school thuis blijven,…)
Bij een verhuis geeft mijn oudste zoon aan om liever bij de oma te blijven wonen (hij is inmiddels bijna volwassen). We gaan akkoord, omdat we van mening zijn dat je een jongvolwassene op die leeftijd niet kunt dwingen mee te gaan in beslissingen die je als ouder neemt.
Het zou immers impact hebben op zijn school qua afstand.
De contacten verlopen nog goed en regelmatig en als ouders blijven we verantwoordelijk.
Stilaan maar zeker kiezen ook de andere zonen ervoor om meer en meer bij oma of hun liefje te gaan logeren en zien we hen nog een 1 tot 2 keer per maand. (om zakgeld te geven, was te doen, schooldocumenten te onderteken, doktersafspraken te maken,…)
Dit valt ons enorm moeilijk, maar we hebben niet veel keuze, want inmiddels vindt iedereen het normaal en ze worden ondertussen ook al 16 jaar. We gaan er van uit dat dit een fase is en dat het wel zal beteren. Niets is minder waar.
Via de kinderen horen we verontrustende opmerking van de oma zoals ‘Die kinderen worden aan hun lot overgelaten.’
Dit had een alarmbel moeten zijn. Maar wie denkt dat haar eigen moeder haar eigen dochter zo zou onderuit halen tov haar kinderen?
De kinderen hebben nu een uitweg gevonden om hun frustraties te delen en er zelf vorm aan te geven. Een gesprek bij de psychologe (door ons georganiseerd om te proberen de banden weer aan te halen en wonden te herstellen) leert ons dat één van onze zonen, op die leeftijd beweert geen ouders meer nodig te hebben.
Na een conflict met de stiefpapa grijpt hij dan ook zijn kans om te zeggen dat hij bij oma gaat wonen en als wij niet akkoord gaan dat hij dan zijn gelijk via de rechtbank zal halen.
Een gesprek met oma daarover om te laten weten dat wij hier niet mee akkoord gaan, vervalt in dovemansoren. ‘Ik kan ze toch niet op straat zetten’, is het antwoord waar wij het mee moeten stellen.
En zo kwam de ouderverstoting tot stand in ons leven.
Berichtjes en telefoontjes werden niet meer beantwoord, voor bezoekjes hadden ze geen tijd meer. Sterker nog, telefoonnummers werden zelf veranderd. Uitnodigingen voor verjaardagsfeestjes werden afgewezen en tijdens de zeldzame momenten dat we elkaar dan toch tegenkwamen was de sfeer vijandig.
Het kwam er uiteindelijk op neer dat er alleen nog via de rechtbank praktische afspraken werden gemaakt. Ze wilden geld van ons, want daar konden en wilden ze natuurlijk niet zelf voor zorgen.
Die rechtszaak resulteerde in 2 kampen die loodrecht tegenover elkaar stonden, met veel emotionele ellende als gevolg. De getuigenis van oma kwam neer op volgende uitspraak: ‘Als je van partner verandert zoals van onderbroek dan gebeuren die dingen.’
Ik voelde me verschrikkelijk verraden door mijn eigen moeder. Had ook veel medelijden met mijn jong volwassen zonen, die onmogelijk konden weten dat deze situatie de rest van hun toekomst sterk zou bepalen, maar ik had er geen vat meer op. Ondanks verschillende pogingen om hulp van buitenaf te zoeken, bleek niemand ons te kunnen helpen als ze zelf niet wilden meewerken.
Ze kozen er voor om hun schoolloopbaan om te wenden tot een deeltijdse opleiding zonder onze toestemming. Hun druggebruik was ondertussen een hele verslaving geworden en ze werden zelfs verdacht van het dealen met huiszoekingen op school en thuis als gevolg.
Het contact met oma werd door hen compleet stilgelegd. Uiteindelijk kwamen ze zelf op hun stappen terug, omdat ze geld nodig hadden, want het samenwonen met oma was onhoudbaar geworden.
Ze hadden plannen om alleen te gaan wonen en dit konden wij alleen maar aanmoedigen.
De twee jongste zonen wonen nu samen en hebben inmiddels een leuke job gevonden. Hun drugsgebruik zou verminderd zijn tot occasioneel gebruik. De oudste zoon, ondertussen 22, heeft plannen om naar het buitenland te vertrekken. Hij heeft daar een online liefde gevonden en wil uitzoeken of er daar voor hem een toekomst is weggelegd.
Ik heb ondertussen weer contact met mijn moeder. Ze is inmiddels 73 en heeft gezondheidsproblemen. Ze reikte me zelf de hand en die heb ik niet kunnen weigeren. Zij heeft ondertussen met alledrie haar kleinkinderen nog vrij goede contacten. Ik niet meer.
We proberen wel af te spreken om dingen uit te praten, maar dit blijkt niet makkelijk. Er is van hun kant nog veel wrok en verwijten over hoe alles is verlopen.
Oma blijft nog steeds kwaadspreken over alles en iedereen en dat levert uiteraard geen constructieve bijdrage om de broze vertrouwensrelaties te herstellen.
Er is in mijn geval zeker sprake van oudervervreemding en zelfs ouderverstoting, maar dan niet via een narcistische ex-partner maar mijn moeder.
Nog steeds ervaar ik een immens gevoel van verlies, terwijl mijn kinderen nog leven. Ik vraag me af of dit ook gebeurd zou zijn als oma deze rol niet had gespeeld.
Ik vrees dat ik het antwoord wel weet.
De gebruikte namen zijn om privacyredenen gefingeerd.
Ohh lieverd…ook hierin ben je niet alleen. Ik voel met je mee vanuit n machteloze herkenning.
LikeLike